top of page

Wetenschappers moeten hun plek kennen

Wetenschap en praktijk hebben soms een moeilijke verhouding, vooral als het gaat om gedragsvraagstukken. Wanneer we een technisch probleem hebben vertrouwen we op technisch experts, maar wanneer organisaties worstelen met vraagstukken rond gedrag (zoals samenwerking en leiderschap) zijn gedragsexperts (psychologen) grotendeels afwezig. Dit lijkt een slechte zaak, maar er zijn goede redenen voor. Een artikel over hoe de kloof tussen wetenschap en praktijk ontstaat en hoe deze te dichten. 


Zijn gedragswetenschappers eigenlijk wel wetenschappers? Natuurkundigen kunnen met grote zekerheid voorspellen waar de planeet mars zich over 3 jaar bevindt, maar zelfs met de beste psychometrische instrumenten kunnen we niet met enige zekerheid voorspellen wie van een groep sollicitanten de beste office manager zal zijn (al beweren selectiebureaus uiteraard van wel). Dit verschil zegt echter niets over de kwaliteit van het gedragswetenschappen, maar alles over de aard van het probleem. Een man op de maan zetten is een uitermate gecompliceerd probleem. Dit betekent dat wanneer we voldoende kennis hebben en de juiste berekeningen maken, we tot een werkende oplossing kunnen komen. Het is niet makkelijk, maar met hard werk komen we er wel. De harde wetenschappen helpen ons deze gecompliceerde problemen op te lossen. Menselijk gedrag voorspellen is een ander soort probleem, dit is een complex probleem. 


Complexe problemen hebben betrekking op systemen waarin een veelheid aan variabelen tegelijkertijd met elkaar interacteren. Elke kleine variatie in elke variabele kan het hele systeem in een andere richting doen bewegen. De wiskundige Edward Lorenz, een van de pioniers van de chaostheorie, gaf het voorbeeld van hoe de turbulentie veroorzaakt door het klappen van de vleugels van een vlinder in Brazilië, een orkaan kan veroorzaken in Texas. Het weer is een complex systeem, waarin de vlinder 1 van de ontelbare variabelen is die het eindresultaat beïnvloed. Daarom is het onmogelijk om het weer over drie dagen precies te voorspellen. Gedrag van mensen is op dezelfde manier een complex systeem. Om die reden kunnen we de prestaties van de natuurkunde niet vergelijken met die van de psychologie. 



Managen in een complexe wereld

Organisaties zien zich steeds meer met een complexe wereld geconfronteerd. De hoge mate van connectiviteit (denk internet en transport) en toegenomen schaal (denk globalisering) maakt dat de snelheid van verandering toeneemt terwijl de voorspelbaarheid afneemt. De wereld wordt complexer. Dit heeft vergaande gevolgen voor hoe we nadenken over oplossingen. In een complexe wereld is het onmogelijk goed te voorspellen wat wel/niet gaat werken. De beste oplossingen worden gevonden langs de weg van proberen, leren en weer proberen. Dit is niet hoe de meeste managers zijn opgeleid. Klassieke management theorie is gebaseerd op de aanname dat de wereld gecompliceerd is. Slimme mensen ontwikkelen een visie, bedenken systemen en maken plannen. Al die handelingen zijn gebaseerd op de aanname dat we kunnen voorspellen wat wel of niet zal werken. Deze visie heeft ook grote psychologische waarde, het geeft namelijk een gevoel van controle. Onvoorspelbaarheid is op een basaal niveau beangstigend. Daarom blijven we geloven in onze modellen en projecties. 


In deze wereld van trail & error hebben wetenschappers een andere rol. Een organisatiepsycholoog kan niet exact vertellen hoe een zelfsturend team op poten te zetten en succesvol te maken (in ieder geval niet zoals een natuurkundige kan berekenen hoe naar een andere planeet te vliegen). Gedragswetenschappers kunnen professionals veel relevante kennis bieden, maar zelden kant en klare antwoorden. Praktijkmensen luisteren daarom liever naar managementgoeroes die wel die kant en klare antwoorden bieden. Ze moeten immers aan de slag! De markt wint het zo “hands down” van de wetenschap. 


wetenschappers zijn niet de orakels die weten wat je moet doen. Het zijn mede puzzelaars.

Is wetenschap dan irrelevant voor management? Integendeel, maar het is op een andere manier relevant dan in de ruimtevaart industrie. In een complexe omgeving zijn goede oplossingen in de regel het product van een evolutionair proces, een proces van doen – leren – opnieuw proberen. Wetenschap helpt ons beter te proberen. Wetenschappelijke inzichten in samenwerking helpen ons betere keuzes te maken in teamontwikkeling, beter te leren van fouten en vervolgens beter opnieuw te proberen. Wetenschap is kritiek voor het zoeken naar oplossingen en het begrijpen van resultaten. In deze complexe context zijn (gedrags-) wetenschappers niet de orakels die weten wat je moet doen. Het zijn mede puzzelaars. Met hun kennis kunnen ze helpen je vraagstukken beter te begrijpen en beter te zoeken naar oplossingen. Maar ook zij weten niet vooraf wat de oplossing voor jouw specifieke situatie is. Zij moeten vooral goed kunnen luisteren en een inschatting maken van welke wetenschappelijke inzichten de manager mogelijk verder kunnen brengen. Hier wordt het vaak ongemakkelijk voor wetenschappers. 




De kloof tussen wetenschap en praktijk dichten


Ooit sprak ik met een onderzoeker van een vakgroep waar ik aan verbonden was over zijn onderzoek. Ik zag direct de relevantie van zijn bevindingen voor de praktijk en vroeg hem of hij daar wel eens over had nagedacht. Hij reageerde met verbazing en ongeloof. Waarom zou hij zich daarmee bezig houden? Dit was wel het laatste waar hij over nadacht of zich mee bezig wilde houden. Er zijn verschillende oorzaken van deze negatieve houding naar de praktijk. Soms is het gewoon onzekerheid. Veel wetenschappers blijven liever in hun veilige ivoren toren, ver van de chaotische complexiteit van de echte wereld. Vaak zijn het ook de incentives. Wetenschappers staan onder druk te publiceren en onderwerpen worden niet bepaald door de complexiteit waar professionals mee worstelen, maar door waar in de wetenschappelijke tijdschriften over gepubliceerd wordt. Wat in de chaotische complexiteit van de echte wereld gebeurd is compleet irrelevant voor hen. Wetenschappers verwarren hier echter academische carrière met wat wetenschap is: het proberen te begrijpen van die chaotische en complexe wereld. Juist door het gesprek aan te gaan en naast de professional te gaan staan worden de zaadjes voor wetenschappelijke inzichten geplant. 


Om verder te komen in organisaties en de kloof tussen wetenschap en praktijk te dichten is het noodzakelijk dat


  • Professionals zich meer gaan realiseren dat de wereld complex is, dat eenvoudige oplossingen niet werken en gedragswetenschap cruciaal is om werkende oplossingen te vinden.

  • Wetenschappers zich meer gaan realiseren dat wanneer zij naast de professional gaan staan zij niet alleen veel waarde kunnen toevoegen, maar ook zichzelf echt als wetenschapper kunnen ontwikkelen. 


3 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page