Een beste vriend op je werk hebben, blijkt samen te hangen met positieve uitkomsten als de winstgevendheid van een organisatie. Een artikel over werk en vriendschap.
De Gallup Q12 is een set van 12 vragen die het meest voorspellend blijken voor uitkomsten als productiviteit, retentie van medewerkers, return on investment (ROI) en klanttevredenheid. De set vragen is ontwikkeld op basis van meer dan 30 jaar onderzoek naar medewerker, betrokkenheid en prestaties binnen organisaties wereldwijd. Gallup analyseerde miljoenen interviews en datasets om die vragen te identificeren die de grootste impact hebben. Een van die vragen (nr. 5) was: Heb ik op het werk een collega die mijn beste vriend is?
Tot vrij recent waren je collega’s in de regel je vrienden
Ik heb vroeger altijd geleerd werk en privé gescheiden te houden, een beste vriend op je werk vond ik daarom een wat vreemd idee toen ik hier voor het eerst over las. Deze scheiding ontstond door de industrialisatie en het is zeker niet iets natuurlijks. Tot vrij recent waren je collega’s in de regel je vrienden.
Het begrijpen van relaties (en vriendschap) is niet onbelangrijk in een wereld waarin succes steeds meer afhankelijk is van samenwerking en sociale netwerken. Om vraag 5 uit de Q12 te begrijpen moeten we eerst dieper ingaan op wie je vrienden zijn.
De cirkels van vertrouwen
Hoeveel vrienden heb je? Een van de eerste dingen die je moet doen wanneer je deze vraag beantwoord is het onderscheid maken tussen soorten vrienden. Gaat het om beste vrienden, goede vrienden, vrienden of om kennissen? Het antwoord zal hier sterk verschillen. De evolutionair psycholoog Robin Dunbar deed hier lange tijd onderzoek naar, variërend van antropologisch onderzoek tot hersenonderzoek en onderzoek van Facebook profielen. Hier kwam een consistent beeld uit naar voren (zie onderstaande figuur).
Elke cirkel heeft een andere emotionele lading, die weer correspondeert met de diepte van de relatie (de helft is hier familie). Het is geen glijdende schaal, wanneer iemand in je netwerk voor jou in een andere cirkel terechtkomt, voelt hij of zij dit. De evolutionaire oorsprong van deze verdeling hangt samen met zowel hersencapaciteit als tijd. Om een diepe relatie te ontwikkelen met iemand moet je tijd investeren in die relatie. Aangezien tijd beperkt is, kun je ook maar een beperkt aantal vrienden hebben. Hoe dieper de relatie, hoe minder relaties.
In de leergang evolutionaire psychologie voor professionals gaan we diep in op zaken als relatienetwerken. Kijk op www.ceob.eu/epp
In welke cirkel zitten je collega’s?
De diepte van de relatie hangt direct samen met de bereidheid samen te werken, elkaar te vertrouwen en elkaar te helpen. Bij onze voorouders waren de mensen met wie je werkte altijd je vrienden, vaak uit de binnenste twee cirkels (beste of goede vrienden). Je moest blind op elkaar kunnen vertrouwen. De vraag of je een beste vriend hebt op je werk zou een heel vreemde zijn voor onze voorouders.
Lees ook: De vier niveaus van menselijke connectie
De scheiding van werk en privé heeft gemaakt dat het moeilijk is diepe vriendschappen te ontwikkelen op het werk. Mensen wisselen van werk, wonen vaak niet in dezelfde buurt als collega’s en hebben maar beperkt tijd om te socializen. Met een beetje geluk zitten je collega’s in de cirkel van vrienden, vaak zijn het meer kennissen. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de mate waarin collega’s elkaar vertrouwen, bereid zijn elkaar te helpen en waarin ze voor elkaar klaarstaan. En al die zaken hebben we nu net nodig in een wereld waarin succes steeds meer afhangt van samenwerking en sociale netwerken.
Lees ook: De toekomst ligt in verbinding
Een fenomeen dat ik steeds vaker zie in organisaties is dat (m.n. jongere) medewerkers maximaal thuiswerken en ook aangeven dat zij hun sociale connectie buiten het werk vinden. Collega’s verhuizen hier naar de buitenste cirkels, het zijn vooral kennissen.
Waarom een beste vriend?
Het nadeel van de Q12 is dat deze “data driven" is. De lijst is tot stand gekomen door heel veel data te analyseren. Het vertelt je echter niets over de onderliggende logica, over waarom deze vraag belangrijk is. Gaat het alleen om het hebben van een beste vriend of is er iets anders aan organisaties waar medewerkers een beste vriend op het werk hebben? Het antwoord op deze vraag is bepalend voor wat je gaat doen. Ga je de beste vrienden van medewerkers een baan aanbieden, of ga je veel geld steken in kroegentochten? Dit is in algemene zin een probleem van data driven HR: als je het onderliggende logica van bevindingen niet begrijpt, dan kun je er vaak weinig mee.
Een positieve sociale connectie is ook een van de belangrijkste psychologische basisbehoeften
Mijn gok is dat het antwoord op vraag 5 een indicatie is van de mate waarin de werkomgeving sociale connectie faciliteert. Wanneer je een werkomgeving hebt waarin het ieder voor zich is en de psychologische veiligheid laag is, dan is de kans kleiner dat je vriendschappen ontwikkeld. Dit beeld komt ook naar voren uit twee andere vragen:
5. Geeft mijn leidinggevende of iemand op het werk om mij als persoon?
7. Tel ik op het werk mee als een waardevol teamlid?
Klopt deze gok (en dit is om meerdere redenen waarschijnlijk), dan is de uitdaging hoe sociale connectie te faciliteren. Om deze vraag te beantwoorden hebben we weer gedragswetenschappelijke kennis nodig. Kroegentochten zijn uiteraard prima, maar willen we echt het beste uit een organisatie halen, dan moeten we stoppen medewerkers als human resource te zien, maar beginnen hen te zien als een gemeenschap waarin we verbinding moeten creëren.
Comentarios